Categorie archief: West-Vlaanderen

Dorpskernvernieuwing en dorpshuis Jonkershove – Rapp+Rapp

De laatste jaren is er heel wat veranderd met de situatie in de Westhoek. Door het toenemen van de mobiliteit heeft het platteland veel aan belang gewonnen. De beschikbare gronden in de Westhoek zijn relatief goedkoop. Hierdoor komen er zeer veel bedrijven en particulieren naar de Westhoek. Dit brengt heel wat gevolgen en bedreigingen mee voor de bestaande kwaliteiten waar de streek rijk aan is. De nieuwe bedrijven zetten te grote nieuwe opvallende gebouwen neer in het vlakke landschap onder de plaatselijke kerktoren, terwijl de particulieren met hun catalogusfermettes en Spaanse villa’s de eigenheid en het unieke karakter van de streek kapot maken. Hiervoor waren dringende ingrepen nodig om het verloederen van het platteland tegen te gaan. Een apart eigen plattelandsbeleid voeren was de belangrijkste ingreep om nieuwe manieren te bedenken om met het landschap om te springen en nieuwe layers toe te dienen. Naast het bedenken, adviseert dit deskundig team vele projecten. Dit nieuwe omspringen met het landschap en karakter van het platteland klaren we uit aan de hand van het dorpshuis en de dorpskernvernieuwing van Jonkershove (Houthulst). Het dorpshuis is ontworpen door het Hollandse architectenbureau Rapp+Rapp. Het ontwerp en de bouw duurden van 2002 tot 2006.

Het dorpshuis van Jonkershove gezien vanaf het kerkhof

Jonkershove is een klein gehucht in de Westhoek met een duizendtal inwoners. Het gehucht is een typisch voorbeeld van de naoorlogse heropbouw architectuur uit de jaren ’50. Dit dorpje had zwaar te lijden door de veroudering van deze architectuur. De jongere bevolking verliet het dorp zodat het aantal kinderen in het dorpje sterk gereduceerd werd en de bestaande basisschool steeds meer bedreigd werd. Het dorp had dringend een vernieuwing en herstelling nodig om deze achteruitgang te stoppen en het gehucht een nieuwer en frisser gebeuren te geven. Het Hollandse ontwerpbureau Rapp+Rapp werd door de Vlaamse bouwmeester ‘Bob Van Reeth’ voorgesteld aan de gemeente van Houthulst en geselecteerd door een onafhankelijke jury. In samenwerking met de bevolking, het gemeentebestuur Houthulst, de provinciale kwaliteitskamer en het architectenbureau Rapp+Rapp is men tot een ideale oplossing gekomen voor de dorpskern met een leeglopende school en verouderde pastorie.

De meest opvallende veranderingen in de dorpskern zijn: het toevoegen van meer groen in plaats van het schaamgroen, auto’s verplichten trager te rijden door middel van verkeersdrempels en kasseistroken en een nieuwe openbare verlichting. De nieuwe openbare verlichting is uitgewerkt door Infrax. Jonkershove was één van de eerste dorpskernvernieuwingen die werden uitgevoerd in de Westhoek. Achteraf gezien was het een fout om geen extra aandacht aan de verlichting te besteden. De verlichtingspalen staan op sommige plaatsen wat ongelukkig. Bij later dorpskernvernieuwingen is aan de nachtverlichting dan meer aandacht besteed. De twee steenwegen die het dorp doorkruisen moesten worden aangepakt om de kwaliteit te verbeteren. Bij het binnenkomen zijn verkeersdrempels aangelegd om het snelle verkeer af te remmen. Op geregelde basis in het dorp zijn kasseistroken aangelegd waarbij het verkeer langzamer blijft rijden zodat het een veilige omgeving wordt om voetgangers, fietsers en auto’s te laten samenkomen. De afwisselingen tussen de kale betonnen straten en de kasseien geven het straatbeeld een esthetische waarde. Om de verschillende verkeersstromen perfect samen te laten werken, werd geopteerd om voetgangers en fietsers de mogelijkheid te geven om door de bouwblokken heen te circuleren. Eén van deze knooppunten staat in verbinding met het architecturale dorpshuis van Jonkershove. Het dorpshuis staat tussen de kerk, de school en de voormalige pastorie. Bij de dorpskernvernieuwing is ook nagedacht over hoe de leegstaande gebouwen te hergebruiken. Door deze vernieuwingen hebben weer meer jonge gezinnen zich gehuisvest in Jonkershove. De leeggelopen school is weer meer in gebruik geraakt. Een logische invulling voor de ongebruikte pastorie is een kinderopvang.

Multifunctionele binnenruimte

Het dorpshuis is het paradepaardje van de dorpskernvernieuwing in het gehucht. Het gebouw behoort bij één van de beste werken van het architectenbureau Rapp+Rapp. De hoofdpersoon van het bureau, architect Christian Rapp, heeft zijn roots in Duitsland en Nederland. De typische kenmerken van deze twee landen komen ook perfect naar voren in het ontwerp te Jonkershove. Door de opdracht aan een bekend architectenbureau te geven heeft Jonkershove zijn positie in het architecturale landschap versterkt en zichzelf op de kaart gezet zodat Jonkershove iets meer uit zijn isolement komt. Het isolement van de kleine dorpskernen wordt ook doorbroken door een gemeenschappelijk dorpshuis te bouwen. Hierdoor komen de dorpjes meer in contact met elkaar zonder hun dorpse karakter te verliezen. Om deze vele dorpskernen optimaal te kunnen bedienen, is geopteerd voor een zeer multifunctioneel gebouw. Het gelijkvloerse niveau van het gebouw bestaat voornamelijk uit een grote open ruimte met een centraal vast verhoog die dienst kan doen als een podium voor optredens. De grote lege ruimtes kunnen ingevuld worden zodat ze optimaal geschikt zijn voor elk gebruik van kaartclub tot fuiven. Het ene vaste gegeven naast het podium is de cafetaria die bij de meeste evenementen bruikbaar is. De binnenmuren van het complex lopen door naar buiten toe zodat het exterieur en interieur gelinkt worden zoals bij het baksteen huis van Mies van der Rohe. Deze scheiding tussen binnen en buiten is nog minimaler door onder andere het zelfde materiaalgebruik van de muren en vloeren. Deze lage drempel werkt uitnodigend om de activiteiten te laten doorvloeien naar buiten toe en omgekeerd. Het laten doorlopen van de binnenmuren naar buiten toe geeft het gebouw een gesloten en open karakter die aansluit bij de morfologie van de bestaande dorpskern.

Scheiding binnen en buiten

Zoals eerder vermeld, is de ontwerpstijl van Rapp+Rapp herkenbaar in het gebouw. Het materiaalgebruik is hier een mooi voorbeeld van. Alle muren en vloeren zijn opgetrokken uit de typische Duitse handgevormde baksteen, strengperssteen. Het materiaalgebruik is een perfecte samenkomst van onze oude met turf gebakken bakstenen en de eigenheid van het bouwwerk en de architect. Dezelfde baksteen is ook gebruikt in de dorpskernvernieuwing van Jonkershove bij het dorpsplein. Hierdoor ontstaat een indirecte link tussen het dorpshuis, de straat en het dorpsplein. Het gebouw zelf past zich in een hoek rond de kerk en creëert zo een doorgang rond de kerk. Waar het gebouw de bestaande bebouwing raakt, past het zich perfect aan naast de bestaande gebouwen. Zo integreert het project zich perfect op een hedendaagse manier in het bestaande dorpsweefsel.

De dorpskernvernieuwing en dorpshuis van Jonkershove is één van de beste voorbeelden hoe het verouderde dorpsweefsel naar een hedendaagse kwalitatieve ruimte omgevormd kan worden zonder het karakter van de streek te verdringen. In Jonkershove is het moderne hedendaagse dorpshuis perfect geïntegreerd in het kleine centrum van het dorp.

Bibliographie

Foto’s

Eigen foto’s

Uitleg

Bern Parret, ‘Op zoek naar meer kwaliteit op het platteland’, Ruimte & Planning, 4/2006, pp. 81-95.

‘Dorpshuis Jonkershove en dorpskernvernieuwing in Houthulst door Rapp + Rapp’, http://www.dearchitect.nl/projecten/2007/04/Houthulst+Rapp+Jonkershove/Houthulst+Rapp+Jonkershove.html (geconsulteerd 01/06/2012).

VANDERMARLIERE, Katrien, ‘Ontmoetingscentrum en dorpskernvernieuwing’, http://www.vai.be/nl/project/ontmoetingscentrum-en-dorpskernvernieuwing (geconsulteerd 01/06/2012).

VANHOOREN, Ronny, ‘Nieuw dorpshuis voor Jonkershove’, http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GKPSAII1 (geconsulteerd 01/06/2012).


Horizon 8300 (2012) – Knokke-Heist @ work

Affiche van Horizon 8300

Horizon 8300 is een tentoonstelling georganiseerd door de gemeente Knokke-Heist. De stad wil zo nieuwe grote projecten voorstellen aan de geïnteresseerden. Ik vind dit een schitterend initiatief dat meer steden moeten opnemen in hun bouwpolitiek. Er wordt in elke gemeente veel gebouwd, maar de communicatie naar de bewoners toe is vaak minimaal tot onbestaand. De gemeente Knokke-Heist heeft met Horizon 8300 een grote stap in de goede richting gezet.

Voorgestelde fietsroutes om de projecten te bezoeken

Samenvatting van de voorgestelde projecten

Klik hier voor een betere kwaliteit van de afbeeldingen (pdf)

De voorgestelde projecten lopen heel sterk uiteen van ultramoderne ontwerpen, bescheiden ingrepen tot de typische traditionele verkavelingen uit Knokke-Heist. Hiermee bewijst de gemeente zijn ambitie om Knokke-Heist aan te passen aan de toekomst. Door de ultramoderne prestigieuze ontwerpen wordt de ambitie van de gemeente wel eens het Dubai van de Belgische Kust genoemd.

De twee meest prestigieuze projecten vind ik het nieuwe casino-ontwerp van Steven Holl (site 1) en het nieuwe station van Duinbergen ontworpen door Zaha Hadid (site 5). Beide projecten brengen heel wat allures mee die ze over de hele gemeente uitstralen en waar het land trots op kan zijn om twee projecten met internationale roots rijker te zijn. Het zou jammer zijn als blijkt dat de nieuwe projecten enkel ontwerpen zijn van internationale architecten. Bekendere nationale bureaus zoals BURO II (site 1 + 3) en ARCHI+I (site 1) vullen de architecturale rijkdom van Knokke-Heist ook ruim aan.

Duinenwater

Naast deze beeldende architectuur zijn de nieuwe verkavelingen ook wel wat aandacht waard. De nieuwe verkaveling ‘Duinenwater’ (site 2) is ontworpen door het architectenbureau Arcas groep. Het project is een samenkomst van residentiële, commerciële en recreatieve functies. Het geheel is een project op schaal van de mens waarbij alle moderne benodigdheden samen gaan. Het project is niet mijn vormelijke smaak, maar op sociaal vlak is het project een geslaagd ontwerp.

De tentoonstelling is een geschikte methode om de architecturale ambities van een gemeente naar zijn omgeving over te brengen. In het geval van Knokke-Heist bestaan deze ambities uit enerzijds de badplaats weer meer prestige te geven en zo de toekomst te verwelkomen en anderzijds ook te zorgen voor nieuwe woningen, ook sociale woningen, meer recreatie-mogelijkheden en een modern ziekenhuis.

Bibliografie

Uitleg, cover en brochure

‘Horizon 8300 Knokke-Heist @ work’, http://www.horizon8300.be/ (geconsulteerd 06/05/2012).

Foto van infopaneel

Eigen foto


Vierjaarlijkse prijs voor architectuur van de provincie West-Vlaanderen 2011

De vierjaarlijkse prijs voor architectuur van de provincie West-Vlaanderen 2011 vond plaats van 3 maart 2012 tot en met 22 april 2012 in Avelgem en Brugge. Aangezien deze tentoonstelling dicht bij mij thuis is, heb ik de opstelling in Brugge bezocht. De deelnemers aan de architectuurprijs waren zeer verscheiden. Iedereen die een gebouw in West-Vlaanderen heeft gezet of die een West-Vlaams bureau is mocht deelnemen aan de wedstrijd.

Affiche

De geselecteerde projecten

Van de 70 projecten die aan de jury werden voorgelegd werd een selectie gemaakt van 12 projecten. Die 12 zijn  op een uniforme manier opgesteld naar het publiek toe.

Laureaat

NoAarchitecten – Stadhuis van Menen

TV DierendonckBlancke – GC Spikkerelle (Avelgem)

Premie

Architecten Els Claessens & Tania Vandenbussche – Lokalen jeugdbeweging Hoeve De Sol (Blankenberghe)

Buro aRCHITEC  i.s.m. Dirk Demasure – De Levensboom (Wevelgem)

DDM.ARCHITECTUUR – OC Club77 (Schuiferskapelle)

Urbain architectencollectief i.s.m. Corneel Cannaerts – Ateliergebouw Dagcentrum Omega (Wetteren)

Selectie

Tom van Biervliet – Woning Valcke-Vandenberghe (Sint-Michiels)

Crepain Binst Architecture – Kantoor Inrax West (Torhout)

De Brucker-De Brock – Notariaat Fieuws (Brugge)

Paul Vantieghem – Verbouwing en uitbreiding van een gezinswoning (Heestert)

Volt Architecten – Lofts Rodebroek (Ronse)

Premie van de provinciale raad van de orde van architecten van West-Vlaanderen

NoAarchitecten – Onderstation Petrol (Antwerpen)

Bij de tentoonstelling werd elk project uitgebreid gedocumenteerd door middel van plannen, snedes, maquette, foto’s, conceptnota en -tekening. Deze documentatie bracht de kwaliteiten van elk project heel duidelijk naar voren.

Het project ‘GC Spikkerelle’ van ‘TV DierendonckBlancke’ sprak mij nog het meest aan van alle projecten die er tentoongesteld stonden. Het was een project dat ik nog niet echt eerder gezien had.

Café en één van de toegangen tot het gebouw

Het gebouw is een complex geheel van een theater, een polyvalente zaal, een administratieve ruimte, een foyer en een cafetaria. Vanaf het concept heeft het ontwerp een kleine footprint. De functies zijn zodanig gestapeld dat het gebouw zo compact mogelijk wordt. Naar uitstraling geeft dit een prominente kubus weer in het landschap op een sokkel die zich in het landschap past.

Conceptuele tekening

De wijze waarop de compactheid is bereikt, komt het best tot uiting in het conceptuele model. De polyvalente zaal bevindt zich samen met de cafetaria onder de grond. Hierboven wordt het theater geplaatst zodat tussen het theater en de polyvalente zaal nog ruimte overblijft voor een foyer en een administratie. Alle functies die bij het theater behoren bevinden zich naast de tribune in het bovenste blok.  Het gebouw heeft verscheidene ingangen zodat elke functie zijn optimale toegang heeft. De grote zaal heeft twee ingangen o.a. aan de cafetaria, dit ter voorkoming van eventuele schade bij de andere ingang aan de foyer.

De polyvalente zaal

De foyer en de administratie liggen op het gelijkvloers en helpen mee om de zaal akoestisch dicht te krijgen. Door de transparantie kan het daglicht tot in de polyvalente zaal invallen, zodat deze perfect bruikbaar wordt overdag.

Het gebouw is interessant omdat er veel keuzes gemaakt werden naar het gebruik van het gebouw toe. Dat is iets dat bij veel architectuur te weinig over nagedacht wordt:

-hoe kunnen de verschillende functies een meerwaarde naar elkaar toe zijn?

-hoe kunnen ze perfect tot een mulitfunctioneel gebouw leiden?

Door deze twee redenen alleen al is het gebouw een waardige laureaat van de architectuurwedstrijd van de provincie West-Vlaanderen.

Bibliografie

Uitleg en foto’s

Vierjaarlijkse prijs voor architectuur van de provincie West-Vlaanderen 2011 (Brugge: Provincie West-Vlaanderen, 2012).


Stadswoning aan het Muntplein – Paul Robbrecht en Hilde Daem

Ongeveer een jaar geleden was dit bescheiden gebouw me opgevallen in Brugge. Onlangs keerde ik er naar terug om te zien wat het gebouw nu net zijn karakter geeft. Een goede nieuwbouw in het centrum van Brugge is een zeldzaamheid. Dit gebouw, ontworpen door Robbrecht en Daem in 2002, behoort tot één van de weinige perfecte nieuwbouwwoningen in het centrum van Brugge.

Zicht vanaf de Geldmuntstraat

Het gebouw integreert zich in de straat, waardoor het geen storend object wordt in het straatbeeld. In eerste instantie volgt de woning in grote lijnen de morfologie van de omgeving. Een hellend dak wisselt de vlakke stukken af. Het ontwerp volgt deze beweging en past zo perfect tussen de andere gebouwen. Door de omvang van het gebouw dreigt het een lompe blok te worden tussen de andere woningen, want de woning is groter dan zijn buren. Hiervoor hebben de ontwerpers het gebouw in twee verschillende delen gesplitst met elk een andere materialiteit. Deze keuze geeft het ontwerp een uitermate perfecte inpassing in de omgeving. Het volgt de bestaande grootte van de huizen en de morfologie in de straat.

Zicht vanaf het Muntplein

Om het gebouw verder in te passen in het stadsweefsel zijn de gevels voornamelijk verticaal georiënteerd. Als je kijkt naar andere gebouwen die in de tijdsgeest passen van Brugge geven de ramen een verticaal karakter aan de woning. Hiernaast zorgt het ook voor een samenhang in de stad. De stadswoning aan het Muntplein bevat deze verticale accentuatie aan de hand van een raster. Het raster is ingevuld met transparante en massieve vlakken. Om het repetitieve karakter van het raster te doorbreken is op één plaats een groot raamvlak geplaatst.

Zicht vanaf het Muntplein

Het kleine plein wordt niet verstoord door het nieuwe gebouw. Door het contrast en de eenheid met zijn omgeving roept het gebouw vragen op bij andere nieuwe projecten in de stad. Het perfect integreren van een nieuw gebouw in het stadsweefsel van Brugge is dus toch mogelijk. Dit maakt het gebouw net zo interessant: het verwelkomt de oudere omgeving en de moderne architectuur.

Bibliografie

Foto’s

Eigen foto’s

Uitleg

DUBOIS, Marc, ‘Bouwen aan een stad, Het stadscentrum’, in: DUBOIS, Marc, Nieuwe architectuur in Brugge (Oostkamp: Stichting Kunstboek, 2002) p. 23-40.


Zilverpand Brugge – Pieter Vierin & Joris Helleputte

Ik heb al altijd in de buurt van Brugge gewoond. In deze tijd zijn er heel wat dingen in de stad die ik al volledig mijn leven ken, maar waarvan ik nu pas door mijn studies architectuur de kwaliteiten er van zie. Het Zilverpand in Brugge is daar één van. Recent is er een verandering gebeurd. Namelijk de twee hoofdingangen aan de Noord- en Zuidzandstraat zijn meer geaccentueerd in de straat. Mensen worden zo meer naar de achtergelegen winkels en pleinen getrokken. Deze ingrepen zijn verwaarloosbaar in wat ik interessant vind aan het Zilverpand.

De recentste ingreep op het Zilverpand (doorgang vanaf de Noordzandstraat)

Het ontwerp stampt uit eind jaren ’70. Dit is ook de tijd dat stad Brugge als de dood was voor nieuwe projecten (zie bibliografie 1). De nodige nieuwe projecten worden volledig verkeerd geïntegreerd in het stadsweefsel, dit vooral op vormelijk vlak. Het Zilverpand is volgens dezelfde filosofie gebouwd. Het complex is omringd door nep-oude gebouwen waarbij de passant niet eens merkt dat hij zich in een complex bevindt vanuit eind jaren ’70. Dat het een recenter complex is dan zijn omgeving valt vooral op als je op een luchtfoto kijkt. De daken zijn overal hetzelfde en in een ander kleur dan de omgeving.

Luchtfoto Zilverpand (duidelijk recenter dan zijn omgeving)

Wat ik uitermate interessant vind aan het project is de ruimte die gedefinieerd wordt tussen de gebouwen. De aaneenschakeling van de kleine pleintjes die een verbinding vormen tussen de twee hoofdwinkelstraten in Brugge. Net zoals het vorige beschreven gebouw ‘woonproject in Antwerpen (Luchtbal)’ kan het volledige binnengebied beschouwd worden als een semipublieke ruimte. In deze binnenpleinen bevinden zich nog enkele winkels, horecazaken en de toegang tot een ondergrondse parking.

Die semipublieke ruimtes zijn een perfecte samenhang tussen de overzichtelijkheid van de architecturale wandeling en het mysterie wat het volgende zicht is. De pleinen zijn zodanig geplaatst dat je nooit van het ene plein de volgende ruimte kan overzien, zodat de verrassing groot blijft als je je op het volgende plein komt. Om deze kwaliteiten duidelijk te maken, volgen we de architecturale wandeling (adhv foto’s) vanaf de Noordzandstraat naar de Zuidzandstraat.

De eerste ruimte (het grote plein)

Versmalde doorgang naar de volgende ruimte

De tweede ruimte (het kleine plein)

Overdekte doorgang naar de volgende ruimte

Zicht op de volgende ruimte

Deze ruimte biedt zicht op één van de kerktorens van Brugge

De laatste smalste doorgang naar de Zuidzandstraat

De laatste smalste doorgang naar de Zuidzandstraat

De vormgeving van het project is volledig verkeerd opgevat om de oude stad te imiteren. Maar hiertegenover staat de sfeervolle aaneenschakeling van pleintjes om de passant nieuwsgierig naar de andere winkelstraat te begeleiden.

Bibliografie

Luchtfoto

‘Bing maps’, http://be.bing.com/maps/ (geconsulteerd 09/04/2012).

Foto’s

Eigen foto’s

Rest

1) DUBOIS, Marc, ‘Bouwen aan een stad, Een stad in vele steden’, in: DUBOIS, Marc, Nieuwe architectuur in Brugge (Oostkamp: Stichting Kunstboek, 2002) p. 7-13.